Toonde zich meer dan vorig jaar.
3e in Quimper.
In de rit naar Roubaix zat hij gevangen door het ploegenspel voor Lampaert die in de ontsnapping was met Greg Van Avermaet en John Degenkolb. Hij werd vierde.
Trok ook verschillende keren mee in de aanval.
Bij de rit naar Bagnères reed hij alleen op kop (voor Alaphilippe) en vloog hij over een muurtje en belandde 4 meter dieper. Hij reed de rit nog uit (60 km) met een gebroken knieschijf. Hij kreeg hiervoor de strijdlust.
Maakt ook zijn debuut en dit in de trui van Belgisch kampioen.
Leverde ook goed werk in de sprinttrein voor Gaviria.
Derde in de rit naar Roubaix (in ontsnapping met Greg Van Avermaet en John Degenkolb).
In de rit naar Valence sprintte hij naar zesde plaats.
Het was zijn debuut en leverde goed werk in het peleton als er moest gesprint worden voor Gaviria.
Bijnaam ‘El Tractor’ en vervanger voor Julien Vermote (zie vorig jaar).
Opgave na de tweede rustdag.
Won op de derde dag met zijn ploeg de tijdrit en droeg daarna acht dagen de gele trui.
7e in Quimper (te lang gewacht in de sprint.)
2e in de rit naar Roubaix.
Reed zevende in de eerste Alpenrit waar hij de prijs van de strijdlust voor kreeg.
5e in de sprint naar Valance.
Was verschillende keren aanwezig in een vlucht.
We zagen hem alleen in de rit naar Roubaix, maar zat ook daar gevangen door het ploegenspel, in dienst voor kopman Romain Bardet.
De eerste week weinig gezien (ook weinig kansen met die sprinters etappes).
Vanaf Roubaix kwam hij in beeld, maar sukkelde wat met een blessure. Een groot verschil met vorig jaar.
Debutant bij Lotto in dienst voor André Greipel.
Na de opgave van Greipel mocht hij zelf zijn kans gaan met een 18e en een 12e plaats.
Zijn beste resultaat was in de rit naar Bagnères-de Luchon met een 13e plaats.
Moest opgeven in de 19e etappe met maagproblemen.
Reed in dienst van de ploeg voor Greipel.
In de rit naar Roubaix lag hij al na 10 kilometer op de grond.
Hij reed nog uit maar moest opgeven met een breuk.
Viel uit in de 4e etappe na een massale valpartij op vijf kilometer van de aankomst.
Kreeg geen mogelijkheden in de rit naar Roubaix door ploegmaat John Degenkolb. Hij werd zesde in die rit.
In de rit naar Mende ontsnapte hij uit de groep van de vluchters en reed solo (30 kilometer) tot 1,5 kilometer van de streep, alleen de zware eindklim kostte hem de overwinning. Hij werd derde.
Het leverde hem de prijs van de strijdlust op.
Moest in dienst rijden van kopman Uran, die in de rit naar Roubaix veel pech kende.
Later moest Uran opgeven en zagen we hem in de 18e rit in de aanval.
Ook een debutant.
Een 6e plaats in La Roche-Sur-Yon was zijn beste resultaat.
Twee keer twaalfde.
Eén keer 14e, één keer 15e, en twee keer 10e in de sprint.
Rit naar Roubaix een verrassende tiende plaats.
Was in de eerste Alpenrit mee in een een vlucht en ook in de rit naar Mende.
Helper voor kopman Guillaume Martin.
Renner van de aanvallende ploeg Wanty-Groupe Gobert.
Hij reed zijn tweede Tour en was tweemaal mee in de aanval. In Sarzeau gegrepen op 800 m van de streep.
Tweede Tour in dienst van de ploeg en een paar maal mee in de aanval.
Tweede Tour in dienst van Tom Dumoulin.
Hij was direct aanwezig als de bergen eraan kwamen.
5e in de eerste Alpenrit.
De volgende rit reed hij virtueel in het geel.
In de rit naar Alpe d’Huez was hij ook in de ontsnapping, op jacht naar punten voor de bergtrui.
In de rit naar Carcassonne viel hij en brak zijn elleboog (opgave).
Reed een teleurstellende Tour, na vorig jaar, voor Cavendisch die niet veel presteerde.
Was ook eens mee in een aanval, maar hier waren teveel hoogtemeters.